14 Verbeterpunten
Indien de diagnose femurhalsfractuur is gesteld bij een patiënt en een operatie aangewezen is, wordt de chirurg met 2 vragen geconfronteerd:
- Hoe snel kan de operatie worden uitgevoerd?
- Welke prothese moet worden gebruikt?
Het antwoord op de eerste vraag ‘Hoe snel kan de operatie worden uitgevoerd?’ wordt onderbouwd door aanbevelingen uit de literatuur die bij iedereen bekend zijn. De door de ziekenhuizen aangekondigde streefwaarde (opereren binnen 48 uur) komt overeen met de internationale aanbevelingen.
- De ziekenhuizen die de dossiers van patiënten analyseren om te achterhalen waarom ze na een heupfractuur niet binnen 48 uur geopereerd werden, getuigen van goede praktijk.
- Ziekenhuizen die de deadline van 48 uur in meer dan 90% van de gevallen halen, hebben een goede praktijkvoering en moeten zich blijven inspannen om zoveel mogelijk patiënten binnen 48 uur te opereren.
De verbeterpunten voor ziekenhuizen in het kader van de optimale tijd tussen de opname en de ingreep zijn de volgende:
- Het is aan te bevelen dat elk ziekenhuis de registraties van het moment van opname en het moment van ingreep gebruikt om de tijd tussen deze 2 mijlpalen te analyseren. Op basis van terugkerende factoren die verklaren waarom de streefwaarde van 48u is overschreden dient elk ziekenhuis een actieplan op te stellen en uit te voeren.
- Ziekenhuizen die minder dan 50% van de ingrepen voor fractuur binnen 48 uur uitvoeren, moeten een actieplan implementeren om de doelstelling van 75% van de verblijven binnen 48 uur te behalen.
- Ziekenhuizen die tussen 50% en 75% van de ingrepen voor fractuur binnen 48 uur uitvoeren, moeten factoren voor interne verbetering identificeren om het patiëntentraject te optimaliseren, met als doel zoveel mogelijk patiënten binnen 48 uur te opereren en het 48-uurs venster in ten minste 75% van de gevallen te bereiken.
- Alle ziekenhuizen dienen patiënten met fracturen dezelfde kwaliteit van zorg te kunnen bieden, ongeacht de dag van opname. Diegene die nog geen specifieke zorgpad voor het weekend hebben, dienen er één te ontwikkelen.
- De anticoagulantiabehandeling is één van de factoren die de tijd tussen de opname van de patiënt en de fractuuroperatie verlengen. Het is aan te bevelen dat alle ziekenhuizen een schriftelijke procedure hebben voor het beheer van de anticoagulantiabehandeling (stoppen en hervatten) in zowel een geplande als spoedeisende context.
Antwoorden op de tweede vraag ‘Welke prothese moet worden gebruikt?’ verschillen per ziekenhuis en zijn meer afhankelijk van de individuele keuze van de chirurg. Er bestaat geen consensus over welk implantaat moet worden gebruikt voor fracturen (totale prothese of femorale prothese) wanneer een heupvervangende ingreep wordt uitgevoerd. Angelsaksische aanbevelingen suggereren patiënten te selecteren op basis van hun mate van autonomie bij het lopen en hun onafhankelijkheid in hun dagelijkse activiteiten na 2 jaar.
Wij bevelen ziekenhuizen aan:
- met de hulp van wetenschappelijke verenigingen objectieve instrumenten te gebruiken die de behandeling uniformer kunnen maken, ongeacht de chirurg, op basis van duidelijk gedefinieerde criteria
- in teamverband, op basis van de gekozen instrumenten, het beleid te bepalen met betrekking tot de keuze van de prothese in geval van een fractuur