39  Conclusie

Heupprothesen vormen een grote uitdaging gezien het aantal ingrepen, de demografische trends (voor de indicaties artrose en fractuur) en de verschuiving naar dagziekenhuis.

De belangrijkste doelstellingen van de eenheid audit ziekenhuizen voor de bestudeerde zorgpaden in deze audit ‘Hip Replacement’ zijn:

We stelden een hoog kwaliteitsniveau vast voor de aanwezigheid van een preoperatief educatieprogramma (geprogrammeerde heupprothese) voor elke patiënt in de weken voorafgaand aan de operatie en voor de naleving van de aanbevelingen over antibioticaprofylaxe. We bevestigen dat de aanbevelingen over antibioticaprofylaxe worden opgevolgd, zowel wat betreft de keuze van het antibioticum als de timing van toediening (binnen 60 minuten na de incisie).

De regels voor MZG-codering (geanalyseerd per algoritme), facturering van implantaten en zorgpakketten met lage variabiliteit worden ook nageleefd. Er is echter een specifieke aanbeveling gedaan om de kwaliteit van MZG-gegevens te verbeteren. De kosten van implantaten binnen de grootste groep verblijven (THP voor artrose) variëren weinig tussen ziekenhuizen.

We hebben variabiliteit tussen ziekenhuizen aangetoond op een aantal gebieden: ligduur, keuze van wrijvingskoppel, type fixatie en type prothese, tijdsinterval tussen opname voor fractuur en ingreep, orthogeriatrisch model, mobilisatie, follow-up, enz. Er is ruimte, op basis van EBM, guidelines etc…., voor verbetering op deze gebieden voor ziekenhuizen, zowel op nationaal als op individueel niveau. Ook de wetenschappelijke verenigingen en de overheid spelen een rol in dit verbeteringsproces.

Elke patiënt verwacht de meest geschikte zorg van dezelfde kwaliteit, ongeacht naar welk ziekenhuis hij wordt doorverwezen.

Een veertigtal verbeterpunten en enkele punten goede praktijkvoering zijn opgenomen in hoofdstuk 38. De wetenschappelijke verenigingen waren betrokken bij het hele auditproces en hadden de gelegenheid om commentaar te leveren op de verbeterpunten en deze te valideren. Elk ziekenhuis ontvangt een individueel auditrapport waarin het kan zien hoe het zich verhoudt tot de andere ziekenhuizen. Hieruit kan het ziekenhuis eigen verbeterpunten afleiden en dit verwerken in een individueel actieplan.

Enkele van onze bevindingen bieden huisartsen en patiënten ook betere informatie over zorgpaden voor heupprothesen. Voor de eerste lijn gaat het om resultaten in verband met de informatie in de ontslagbrief en de follow-up van de patiënt (consultatie, mobilisatie, beeldvorming, arbeidsongeschiktheid). Voor de patiënten is de informatie dat heupimplantaten traceerbaar zijn belangrijk (bestaan van de implantaatkaart of kaart voor centraal traceerbaarheidsregister).