print

Statistieken over de uitkeringen verbonden aan de moederschapsbescherming van zelfstandigen in 2020

Deze statistieken hebben betrekking op de uitkeringen in het kader van de moederschapsbescherming van vrouwelijke zelfstandigen, bij een periode van moederschapsrust, een adoptieverlof of een pleegouderverlof.

Op deze pagina:

Aantal vrouwelijke zelfstandigen die een uitkering ontvangen in het kader van een moederschapsrust, een adoptieverlof of een pleegouderverlof

In het kader van moederschapsrust

In 2020 nam het aantal gevallen van moederschapsrust af in vergelijking met het voorgaande jaar (-2,74%). In de twee voorgaande jaren waren er juist sterke stijgingen op te merken.

Van het totaal aantal gevallen van moederschapsrust bevindt het grootste aantal zich in de leeftijdscategorieën tussen 30 en 34 jaar (45,84%) en tussen 25 en 29 jaar (25,43%).

In het kader van adoptieverlof

Het aantal uitgekeerde gevallen beperkt zich jaarlijks tot enkele tientallen adopties.

In het kader van een pleegouderverlof

Het pleegouderverlof is geïntroduceerd geweest op 1 januari 2019 en is van toepassing voor werknemers die een minderjarig kind onthalen in het kader van langdurige pleegzorg.

In geval van pleegouderverlof hebben de ouders recht op een verlof van 6 weken.
Dit verlof kan verlengd worden met 1 week. Als er twee pleegouders zijn, wordt deze bijkomende week onderling tussen hen verdeeld. Deze week kan maar aan één van de twee ouders toegewezen worden.
Deze termijnen worden verdubbeld als het om een gehandicapt kind gaat.

In 2020 hebben er 25 gerechtigden gebruik gemaakt van dit verlof.

Aantal vrouwelijke zelfstandigen die een uitkering ontvangen in het kader van een moederschapsrust, een adoptieverlof of een pleegouderverlof - Evolutie 2016-2020

Uitgekeerde bedragen in het kader van een moederschapsrust of een adoptieverlof, en globale gemiddelde uitkering

In het kader van moederschapsrust

Het bedrag dat tussen 2016 en 2017 uitgekeerd werd aan vrouwelijke zelfstandigen was opgelopen van 21.203.254 EUR naar 29.521.494 EUR, wat een toename van 39,23% voorstelt op één jaar. Deze forse stijging was het gevolg van het feit dat het maximaal aantal weken dat een vrouwelijke zelfstandige kan opnemen, gestegen was van 8 naar 12 weken voor de moederschapsrust die aangevangen is vanaf 1 januari 2017.

Het bedrag dat tussen 2018 en 2019 uitgekeerd werd aan vrouwelijke zelfstandigen was opgelopen van 33.841.358 EUR naar 38.588.906 EUR, wat een toename van 14,03% voorstelt op één jaar. Deze stijging was waarschijnlijk het gevolg van de toename van het aantal gevallen van moederschapsrust.

Het bedrag dat tussen 2019 en 2020 uitgekeerd werd aan vrouwelijke zelfstandigen is echter afgenomen van 38.588.906 EUR naar 36.614.805 EUR, wat een afname van 5,12% voorstelt op één jaar.

De bedragen die toegekend worden aan gerechtigden die als invalide erkend waren voor de aanvang van hun periode van moederschapsrust worden apart geboekt, en bedragen 302.357 EUR in 2020. Dit bedrag is sterk gestegen ten opzichte van 2019 (+25,25%).

In het kader van een adoptieverlof

De uitgekeerde bedragen in het kader van een adoptieverlof vertonen een sterk wisselend verloop van jaar tot jaar, al is er wel een stijgende tendens waar te nemen sinds 2018. Het aantal uitgekeerde gevallen beperkt zich jaarlijks tot enkele tientallen adopties, waardoor een stijging of een daling van enkele gevallen reeds een sterke invloed kan hebben op de vastgestelde verschillen van boekjaar op boekjaar.

In het kader van een pleegouderverlof

Het totale bedrag dat uitgekeerd werd in het kader van het pleegouderverlof bedraagt 57.026 EUR in 2020.

Vrouwelijke zelfstandigen - Uitgekeerde bedragen in het kader van een moederschapsrust, een adoptieverlof of een pleegouderverlof, en globale gemiddelde uitkering - Evolutie 2016-2020

 

Thema's
Geboorteverlof; Adoptieverlof; Moederschap

Contacten

Dienst uitkeringen - Directie financiën en statistieken

Tel: +32(0)2 739 76 83

E-mail: finstat@riziv-inami.fgov.be