print

Statistieken over de primaire arbeidsongeschiktheid van zelfstandigen in 2019

Deze statistieken gaan over de zelfstandigen die zich minder dan 1 jaar in arbeidsongeschiktheid bevinden (“periode van primaire arbeidsongeschiktheid”).

Als een persoon na één jaar nog altijd arbeidsongeschikt erkend is, zal hij intreden in de “periode van invaliditeit”. De cijfers op deze pagina hebben geen betrekking op de personen erkend als invalide.

Op deze pagina:

Aantal zelfstandigen die recht hebben op een vergoeding in geval van primaire arbeidsongeschiktheid

Het aantal “primaire uitkeringsgerechtigden” (PUG) stemt overeen met het aantal gerechtigden verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid, verminderd met het aantal invaliden. Concreet gaat het over de actieve zelfstandigen en de gerechtigden erkend in de periode van primaire arbeidsongeschiktheid.

Elke toename van deze populatie kan een stijging van het aantal gevallen in primaire arbeidsongeschiktheid en van het aantal erkende invaliden tot gevolg hebben.

De analyse van het aantal primaire uitkeringsgerechtigden kan bijgevolg belangrijk blijken om de evoluties te verklaren die in de statistieken over de primaire arbeidsongeschiktheid en de invaliditeit worden vastgesteld.

Het aantal verzekerden is sinds 2015 jaar na jaar licht gestegen. Deze stijgende trend vertaalt zich hoofdzakelijk in een toename van het aantal vrouwelijke gerechtigden, wat verklaard kan worden door factoren zoals:

  • De stijgende participatiegraad van vrouwen op de arbeidsmarkt
  • Het optrekken van de pensioensleeftijd voor vrouwen: hoe ouder een uitkeringsgerechtigde, hoe groter het risico om in te treden in arbeidsongeschiktheid
  • De vergrijzing van de bevolking

Aantal zelfstandigen die recht hebben op een vergoeding in geval van primaire arbeidsongeschiktheid - Evolutie 2015-2019

Aantal dagen in primaire arbeidsongeschiktheid, uitgekeerde bedragen en gemiddelde dagelijkse uitkering

In 2018 en 2019 ligt de procentuele jaarlijkse toename van de uitgekeerde bedragen hoger dan de procentuele toename van het aantal vergoede dagen.

Dit verschil tussen de evolutie van de uitgekeerde bedragen en die van het aantal vergoede dagen kan verklaard worden door verschillende factoren:

  • De opeenvolgende verhogingen van de gemiddelde dagelijkse uitkering

    In het regime van de zelfstandigen worden de gerechtigden niet vergoed op basis van het inkomen dat ze voor de aanvang van hun periode van ongeschiktheid ontvingen, maar op basis van forfaitaire dagelijkse bedragen.

In de periode van primaire ongeschiktheid zijn deze forfaitaire bedragen afhankelijk van de gezinslast van de gerechtigde (met gezinslast, alleenstaande of samenwonende).

In 2019 bedraagt de globale gemiddelde uitkering 43,07 EUR, hetzij een stijging van 2,12% ten opzichte van 2018. Deze stijging is voornamelijk te danken aan de herwaarderingen van de forfaitaire bedragen die plaatsvonden op 1 maart 2019 en 1 juli 2019. Er is geen indexatie van de uitkeringen geweest in de loop van 2019.

  • De dagelijkse forfaitaire bedragen kunnen in bepaalde gevallen verminderd worden, hetzij ten gevolge van een cumul met een andere bron van inkomsten (bijvoorbeeld de rentes van gemeen recht) hetzij door een hervatting van de activiteit met toestemming van de adviserend geneesheer. De aldus verminderende bedragen kunnen variëren van jaar tot jaar.
  • De verhouding van gerechtigden met gezinslast, alleenstaanden of samenwonenden kan eveneens variëren van jaar tot jaar, wat een invloed kan hebben op de globale gemiddelde uitkering.

In 2018 was de sterke stijging bij zowel de uitgekeerde dagen (+18,88 %) als de uitgekeerde bedragen (+22,26 %) voornamelijk te wijten aan de verkorting van de carensperiode die plaatsvond op 1 januari 2018. De carensperiode werd op die datum ingekort van één maand naar twee weken.

Het aantal uitgekeerde dagen vertoont opnieuw een belangrijke stijging van 14,32% tussen 2018 en 2019, deze keer als gevolg van inkorting van de carensperiode op 1 juli 2019. Vanaf deze datum is de carensperiode niet meer van toepassing wanneer de duur van de arbeidsongeschiktheid groter is dan 7 dagen.

Zelfstandigen - Aantal dagen in primaire arbeidsonschiktheid, uitgekeerde bedragen en gemiddelde dagelijkse uitkering - Evolutie 2015-2019

Aantal perioden van primaire arbeidsongeschiktheid en hun duurtijd

Enkele elementen voor een beter begrip van de gegevens in deze tabellen en grafieken:

  • Deze cijfers hebben enkel betrekking op de perioden van arbeidsongeschiktheid die eindigden tijdens een van de onderzochte jaren.
  • Deze cijfers bevatten niet de arbeidsongeschiktheden waarvoor de duur van ongeschiktheid de carensperiode van niet overschrijdt (als dit van toepassing is), en die m.a.w. niet ten laste vallen van de uitkeringsverzekering. Indien de ongeschiktheid echter verder loopt dan de carensperiode, dan zal het geval geregistreerd worden voor de totale duur van de ongeschiktheid.
  • De periode tussen 338 en 365 dagen bevat hoofdzakelijk de perioden van ongeschiktheid die 1 jaar ongeschiktheid hebben bereikt, en die naar alle waarschijnlijkheid in invaliditeit zullen intreden.

In iets meer dan 1 op 10 gevallen (10,39%) bedraagt de duur van de ongeschiktheid 71 tot 98 dagen. Vervolgens neemt het aantal gevallen stelselmatig af naarmate dat de duur van de ongeschiktheid toeneemt. De enige uitzondering hierop wordt gevormd door de laatste categorie van de duur van arbeidsongeschiktheid: in ongeveer een klein vierde van de gevallen (22,46%) duurt de ongeschiktheid tussen 338 en 365 dagen. Het betreft hier de gerechtigden waarvan de duur van ongeschiktheid 1 jaar heeft bereikt en die naar alle waarschijnlijkheid hun tweede jaar van ongeschiktheid zullen aanvatten, zijnde de periode van invaliditeit.

Zelfstandigen - Aantal perioden van primaire arbeidsongeschiktheid en hun duurtijd - Evolutie 2015-2019

 

Thema's
Arbeidsongeschiktheid; Minder dan 1 jaar

Contacten

Dienst uitkeringen - Directie financiën en statistieken

Tel: +32(0)2 739 76 83

E-mail: finstat@riziv-inami.fgov.be