print

Statistieken over invaliditeit van zelfstandigen in 2014

Deze statistieken hebben betrekking op de zelfstandigen die zich sinds meer dan 1 jaar in arbeidsongeschiktheid bevinden (periode van “invaliditeit”) en die als invalide erkend zijn door de Geneeskundige Raad voor Invaliditeit.

Iemand die sinds minder dan 1 jaar arbeidsongeschikt is, bevindt zich in de periode van “primaire arbeidsongeschiktheid”. De cijfers op deze pagina hebben geen betrekking op deze personnen.

Op deze pagina:

Aantal zelfstandigen die als invalide erkend zijn

Tussen 2010 en 2014 is het aantal mensen in invaliditeit gestegen met 11,01 %, wat voornamelijk een gevolg is van de stijging bij de vrouwelijke gerechtigden: zo is er bij de vrouwen een toename met 16,95%, ten opzichte van 7,70 % bij de mannen. Deze evolutie kunnen we verklaren aan de hand van de volgende factoren:

  • Het optrekken van de pensioensleeftijd voor vrouwen
    De pensioensleeftijd voor vrouwen werd progressief gelijkgeschakeld met die voor mannen, en is gelijk sinds 2009. Deze maatregel impliceert dat vrouwen voor een langere periode invalide kunnen blijven of tot op latere leeftijd in invaliditeit kunnen treden.
  • De stijgende participatiegraad van vrouwen op de arbeidsmarkt
    De afgelopen jaren was er een sterke toename van de participatiegraad van vrouwen op de arbeidsmarkt, en dit ook in de oudere leeftijdscategorieën. De maatschappij evolueert meer en meer richting gezinnen met tweeverdieners waarbij zowel de man als de vrouw deelneemt aan het beroepsleven. Het aantal gerechtigden onderworpen aan de uitkeringsverzekering (en dus vatbaar om in arbeidsongeschiktheid te treden) neemt toe.
  • De vergrijzing van de bevolking
    De vergrijzing van de Belgische bevolking is een feit. Bij het analyseren van de evolutie van de bevolking per leeftijdsgroep stellen we vast dat het aantal gerechtigden met een leeftijd tussen 50 en 59 jaar toeneemt, terwijl in de jongere leeftijdscategorieën het aantal gerechtigden eerder afneemt. Gezien de arbeidsongeschiktheid een fenomeen is dat stijgt met de leeftijd, veroorzaakt een toename van het aantal oudere gerechtigden een toename van het aantal gevallen van primaire arbeidsongeschiktheid en invaliditeit.
  • De nieuwe ziektebeelden
    Er zijn belangrijke verschuivingen bij de ziektebeelden die aanleiding geven tot een periode van invaliditeit.
    Voornamelijk dankzij de vooruitgang van de geneeskunde kunnen we bepaalde ziektes correct behandelen. Dit is onder meer het geval bij de ziektes van het hartvaatstelsel (groep 7). Het aantal invaliden dat lijdt aan psychische stoornissen (groep 5) en aan musculoskeletale aandoeningen (groep 13) neemt daarentegen aanzienlijk toe.

Aanvullende studies over arbeidsongeschiktheid zouden kunnen leiden tot een beter begrip van de factoren die aan de basis van de arbeidsongeschiktheid liggen. Het Kenniscentrum arbeidsongeschiktheid binnen de sector van de uitkeringen, heeft als doel:

  • het verbeteren van de kennis rond arbeidsongeschiktheid
  • het ontwikkelen van ondersteuningsinstrumenten voor de overheid
  • in samenwerking met de dienst uitkeringen, het opbouwen van een grotere expertise aangaande de verschillende domeinen van arbeidsongeschiktheid.

Op basis van dit verbeterde begrip zal de ondersteunende rol van de overheid in de toekomst versterkt kunnen worden.

Aantal zelfstandigen in invaliditeit - Evolutie 2010-2014

Aantal dagen in invaliditeit, uitgekeerd bedragen en gemiddelde dagelijkse uitkering

Het aantal uitkeringsdagen in invaliditeit neemt de laatste jaren constant toe. Deze tendens kan voornamelijk verklaard worden door de stijging van het aantal invaliden.

Tussen 2010 en 2014 lag de jaarlijkse toename van de uitgekeerde bedragen systematisch hoger dan de toename van het aantal uitkeringsdagen. Het vastgestelde verschil tussen de evolutie van de uitkeringsdagen en de evolutie van de uitgekeerde bedragen kan verklaard worden door:

  • de gemiddelde dagelijkse uitkering.
    In het regime van de zelfstandigen krijgen de gerechtigden hun vergoeding niet op basis van het inkomen dat ze voor de aanvang van hun periode van ongeschiktheid ontvingen, maar op basis van forfaitaire dagelijkse bedragen.

In de periode van invaliditeit zijn deze forfaitaire bedragen afhankelijk van:

  • de gezinslast van de gerechtigde (gerechtigden met gezinslast, alleenstaanden of samenwonenden)
  • het feit of de zelfstandige al dan niet zijn professionele activiteit heeft stopgezet (de in invaliditeit erkende gerechtigde moet in principe zijn werkzaamheid stopgezet hebben, maar de meehelpende echtgenoot, een werknemer, enz. kan zijn activiteit voortzetten of tijdelijk uitoefenen.

De verschillende forfaitaire bedragen zijn gelinkt aan de evolutie van de gezondheidsindex, maar kunnen daarnaast ook door bepaalde overheidsmaatregelen worden geherwaardeerd. De laatste herwaardering van de forfaits (buiten index) was in 2013, wat een verklaring geeft voor de lage toename met 0,27% van de gemiddelde uitkering in 2014..

  • de dagelijkse forfaitaire bedragen die in bepaalde gevallen verminderd kunnen worden, ten gevolge van een cumul met een andere bron van inkomsten (bijvoorbeeld de rentes van gemeen recht) of door een hervatting van de activiteit met toestemming van de adviserend arts. De verminderende bedragen kunnen variëren van jaar tot jaar.
  • de verhouding van gerechtigden met gezinslast, alleenstaanden of samenwonenden die eveneens kan variëren van jaar tot jaar, wat een invloed kan hebben op de globale gemiddelde uitkering.

Zelfstandigen - Aantal dagen in invaliditeit, uitgekeerde bedragen en gemiddelde uitkering - Evolutie 2010-2014

Contacten

Dienst uitkeringen - Directie financiën en statistieken

Tel: +32(0)2 739 76 83

E-mail: finstat@riziv-inami.fgov.be