print

Betaling aan ROB, RVT en CDV

De rustoorden (ROB, RVT, CDV) moeten bepaalde richtlijnen volgen bij de aanvraag en facturatie van het forfait aan het ziekenfonds van de bewoner. U vindt hier de informatie terug over de te volgen procedures, termijnen en formulieren.

Op deze pagina:

De nationale overeenkomst tussen de rustoorden en de ziekenfondsen

De nationale overeenkomst tussen de rustoorden (ROB, RVT, CDV) en de ziekenfondsen bevat de voorwaarden en wijze waarop de rustoorden het forfait aanvragen en factureren aan het ziekenfonds van de bewoner.

Elk rustoord moet toetreden tot deze overeenkomst. De toetreding geldt immers als voorwaarde voor de betaling van het forfait.

Welke procedures en termijnen volgen de rustoorden ?

Het RIZIV berekent het forfait, maar doet niet de betaling aan het rustoord. Hiervoor moet het rustoord een aanvraag indienen bij het ziekenfonds van de bewoner. De voorwaarden en de termijnen die de rustoorden hierbij moeten volgen zijn reglementair bepaald. Ook wanneer een bewoner het rustoord verlaat, moet het rustoord dit laten weten aan het ziekenfonds.

De aanvraag tot betaling is goedgekeurd wanneer het rustoord een  betalingsverbintenis ontvangt van het ziekenfonds binnen de 15 dagen na ontvangst van de aanvraag. Het ziekenfonds kan dit ook weigeren, maar dan moet ze dit motiveren.  Daarnaast kan ze bijkomende inlichtingen vragen aan het rustoord. Wanneer het ziekenfonds geen antwoord geeft binnen de 15 dagen, dan is er een stilzwijgende betalingsverbintenis.

Eenmaal een rustoord een betalingsverbintenis heeft, mag ze het forfait factureren aan het ziekenfonds. De facturatieregels zijn terug te vinden in de nationale overeenkomst. Het rustoord mag niet onbeperkt het forfait factureren voor haar bewoners. Het RIZIV berekent een maximaal aantal facturatiedagen: het quotum. De berekening van het quotum is reglementair bepaald.

Het ziekenfonds betaalt het forfait rechtstreeks uit aan het rustoord op basis van een individuele kostennota voor de bewoner voor elk kalenderkwartaal. Bij deze individuele kostennota voegt het rustoord een verzamelkostenstaat. De patiënt ontvangt ook een exemplaar van de individuele kostennota.

Het rustoord heeft recht op een voorschot van de betaling van een kalenderkwartaal wanneer ze de kostennota indient tegen uiterlijk de 20ste van de maand die volgt op het kwartaal waarvoor gefactureerd wordt. Het rustoord moet dan wel op dezelfde datum een voorlopige nota indienen, die als vervaldagnota geldt. Het ziekenfonds stort in dat geval de helft van het bedrag van de kostennota tegen uiterlijk de 15de van de tweede maand die volgt op het kwartaal. Het voorschot wordt afgetrokken van het bedrag dat wordt aangerekend op de eerstvolgende latere kostennota.

Elektronische facturatie door de rustoorden

De facturatie van het forfait aan het ziekenfonds van de bewoner gebeurt meestal nog volledig op papier. Hierbij maakt het rustoord gebruik van bepaalde pseudocodes.

De nationale overeenkomst biedt de mogelijkheid om, naast de papieren factuur, deze facturatie ook op Cd-rom of via MyCareNet aan het ziekenfonds te bezorgen. Hierbij gelden verschillende procedures bij de verzending van de facturen en bij de uitvoering van de betalingen per ziekenfonds. U vindt een overzicht van deze procedures in een tabel waarin voor elk ziekenfonds het te volgen traject wordt vermeld. U vindt eveneens een lijst met contactpersonen voor de elektronische facturatie bij de ziekenfondsen.

De elektronische facturatie moet ook voldoen aan een aantal technische vormvereisten en kan enkel met software van een softwareleverancier die geaccrediteerd is.

De rustoorden die elektronisch factureren ontvangen een eenmalige premie van 800 euro. Het RIZIV betaalt deze premie rechtstreeks uit aan het rustoord op basis van een aanvraagformulier.

Welke formulieren gebruiken de rustoorden?

De rustoorden (ROB, RVT, CDV) gebruiken verplichte formulieren wanneer ze het dagforfait aanvragen aan het ziekenfonds van de bewoner.

Ze gebruiken ook opgelegde formulieren bij de facturatie van het forfait aan het ziekenfonds van de bewoner en de aanvraag van de voorschotten.