print

Het bewijsstuk voor de patiënt - Vroedvrouwen

Als vroedvrouw moet u in bepaalde gevallen aan de patiënt een bewijsstuk uitreiken, waarop duidelijk het te betalen bedrag, de tegemoetkoming van het ziekenfonds, enz. vermeld zijn.

Op deze pagina:

Wanneer moet u een bewijsstuk uitreiken aan uw patiënt?

De organen van de verplichte ziekteverzekering (verzekering voor geneeskundige verzorging) die bevoegd zijn voor uw sector hebben specifieke modaliteiten vastgesteld voor het bewijsstuk voor de vroedvrouwen.

U moet in de volgende 3 gevallen een bewijsstuk uitreiken aan uw patiënt:

  • als u naast vergoedbare verstrekkingen ook niet-vergoedbare verstrekkingen aanrekent (d.w.z. verstrekkingen waarvoor de verplichte ziekteverzekering niet tussenkomt);
  • sinds 9 juni 2022, als u exclusief niet-vergoedbare verstrekkingen attesteert;
  • als u factureert via MyCareNet.

U moet het bewijsstuk zo snel mogelijk uitreiken aan uw patiënt en uiterlijk op het moment dat u de factuur stuurt.

Wat moet u op het bewijsstuk vermelden?

Het bewijsstuk is een document dat verschillende luiken of bladzijden kan bevatten. U vermeldt er het volgende op:

  • de conventiestatus van de vroedvrouw die betrokken is bij de verstrekkingen op het bewijsstuk;
  • de kost voor de patiënt, het persoonlijk aandeel en, in voorkomend geval, de tegemoetkoming die rechtstreeks wordt aangerekend aan de verzekeringsinstelling voor elke vergoedbare verstrekking, geïdentificeerd met het nomenclatuurnummer (tenzij de verstrekkingen gegroepeerd zijn, dan kan u deze bedragen optellen);
  • een voor de patiënt beknopte en verstaanbare omschrijving van elke niet-vergoedbare verstrekking, vermeld met zijn bedrag;
  • de volledige kost voor de patiënt.

Rekent u de verstrekkingen aan als groep van vroedvrouwen? Dan kunt u het bewijsstuk versturen in naam van die groep in plaats van voor de individuele vroedvrouwen die betrokken waren bij de vermelde verstrekkingen.

Opmerking:
Gelijksoortige verstrekkingen mag u groeperen op het bewijsstuk. De concrete invulling hiervan wordt aan u of aan de groep van vroedvrouwen overgelaten.

Aan wie reikt u het bewijsstuk uit?

U kunt het bewijsstuk uitreiken aan:

  • uw patiënt,
  • de wettelijk vertegenwoordiger van de patiënt,
  • de bewindvoerder van de patiënt.

Belangrijk:
Als u het bewijsstuk niet aan uw patiënt zelf uitreikt, dan moeten de patiënt en de persoon die het bewijsstuk ontvangt daarvoor toestemming geven (wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt). U moet het bewijs van die toestemmingen aan de bevoegde organen kunnen voorleggen bij controle.

Op welke manier reikt u het bewijsstuk uit?

U moet het bewijsstuk uitreiken op een van de volgende manieren:

  • op papier;
  • elektronisch via een beveiligd uitwisselingssysteem dat een gelijkwaardig veiligheidsniveau als de eBox garandeert mits goedkeuring van het informatieveiligheidscomité (bv. een voldoende beveiligde e-mail of een eigen, beveiligd klantenportaal);
  • via de eBox (beveiligde elektronische brievenbus).

Voor de elektronische uitreiking houdt u rekening met andere toepasselijke reglementeringen, in het bijzonder voor wat betreft de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Bovendien moet de patiënt hiermee uitdrukkelijk hebben ingestemd en moet u een courant leesbaar formaat gebruiken (bv. Word, PDF, enz.).

Contacten

Attesteren van verstrekkingen (Verpleegkundigen - Vroedvrouwen)

E-mail: nursenom@riziv-inami.fgov.be