print

Aanpassingen van artikel 8 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen

Toelichtingen bij de aanpassingen van de verpleegkundige nomenclatuur.

Op deze pagina:

Aanpassingen op 1 januari 2024

Inzetbaarheid zorgkundigen 
Op 1 januari 2024 treedt een wijziging van artikel 8 van de nomenclatuur in werking over de inzetbaarheid van zorgkundigen binnen een structurele equipe. Dankzij deze nomenclatuurwijziging kunnen we inzetten op doelmatige zorg en meer transparantie brengen in het delegatieproces met aandacht voor het kwaliteitskader waarbinnen de zorgen gedelegeerd kunnen worden. 

Meer informatie vindt u hier : Een zorgkundige opnemen in uw equipe van thuisverpleegkundigen

Forfait C of PC - aantal bezoeken per verzorgingsdag 
Het mogelijk om een forfait C of een forfait PC te attesteren voordat een tweede zorgzitting heeft plaatsgevonden in het geval van opname in een verzorgingsinstelling of overlijden van de patiënt .

Zorg verlenen aan palliatieve patiënten 
Verpleegassistentes/ziekenhuisassistentes mogen palliatieve patiënten verzorgen, op voorwaarde dat een gegradueerde verpleegkundige of gelijkgestelde, een vroedvrouw of een verpleegkundige met brevet tijdens dezelfde verzorgingsdag effectief zorg heeft verleend. 

Zorgkundigen mogen palliatieve patiënten verzorgen, op voorwaarde dat een gegradueerde verpleegkundige of gelijkgestelde , een vroedvrouw of een verpleegkundige met brevet minstens dagelijks een controlebezoek aflegt. 

Op de dag van opname in een verzorgingsinstelling of het overlijden van de patiënt kan de enige verzorgingszitting van de dag ook geattesteerd worden door een ziekenhuisassistent of een verpleegassistent en is het toegelaten dat er geen controlebezoek plaatsvindt.

Meer informatie over het verlenen en aanrekenen van palliatieve thuiszorg vindt u hier : Palliatieve thuiszorg verlenen en aanrekenen

(K.B. 13.11.2023 - B.S. 27.112023)

Aanpassingen op 1 december 2022

Op 1 december 2022 treedt de nieuwe nomenclatuur betreffende de wondzorg in werking. De opzet van deze aanpassingen is om de wondverzorging efficiënter te laten verlopen en tegelijkertijd de kwaliteit van zorg voor de patiënt te garanderen.

Aanpassingen op 1 juni 2022

In dringende gevallen kan u verstrekkingen uitvoeren en vergoed krijgen op basis van een mondeling geformuleerd medisch voorschrift. Dat kan telefonisch, of via webcam, door een andere zorgverlener dan een arts, uiteraard binnen de grenzen van zijn bevoegdheden. De zorgverlener bevestigt zo spoedig mogelijk schriftelijk het voorschrift en dit ten laatste 5 kalenderdagen na bovenstaand mondeling voorschrift. Deze aanpassing is in overeenstemming met de regelgeving van de FOD Volksgezondheid.

(K.B. 15.03.2022 - B.S. 05.04.2022)

Aanpassingen op 1 januari 2022

Wanneer een structurele equipe van thuisverpleegkundigen splitst en de nieuwe structurele equipe die ontstaat reeds voldoet aan de voorwaarden voor de integratie van zorgkundigen, is de voorafgaande periode van 6 maanden voor de integratie van deze zorgkundigen niet vereist.

(K.B. 15.03.2022 - B.S. 05.04.2022)

Aanpassingen op 1 april 2021

U mag nu ook verstrekkingen attesteren indien deze zijn voorgeschreven door een andere hulpverlener dan een arts, uiteraard binnen de grenzen van de bevoegdheden. Zo kan bijvoorbeeld de verpleegkundige na het doorvoeren van de wijziging ook een voorschrift aanvaarden van tandartsen (binnen zijn bevoegdheden) voor het verwijderen van draadjes of het toedienen van antibiotica. Dit is in overeenstemming met de regelgeving van de FOD Volksgezondheid. 

(K.B. 10.01.2021 – B.S. 19.02.2021)

Aanpassingen op 1 januari 2020

In het geval van een fusie van bestaande structurele teams die voldoen aan de voorwaarden voor integratie van zorgkundigen, is de voorafgaande periode van 6 maanden vóór de integratie van zorgkundigen niet langer noodzakelijk.

(K.B. 29.08.2019 – B.S. 16.09.2019)

Aanpassingen op 1 december 2019

Verduidelijking van het begrip ‘woonplaats’

Er is een specificatie van het begrip ‘woonplaats’: de diensten die u attesteert vallen onder de categorie ‘woonplaats’ (rubriek 1 ° en 2 ° van § 1 van artikel 8 van de nomenclatuur) als u ze verleent:

  • in de woon- of verblijfplaats van uw patiënt
  • in crèches, scholen en recreatieve stages en kampen, in buitenschoolse opvang
  • op de werkplek
  • in een vakantieverblijf
  • in een verblijf bij familie of een mantelzorger.
     

Vaststelling van een maximumaantal aanrekeningen per kalenderjaar: de ‘verantwoordingsdrempel’

Om de kwaliteit van de zorg te waarborgen en frauduleuze praktijken te bestrijden is er een maximumaantal aanrekeningen per kalenderjaar vastgesteld voor verpleegkundigen en zorgkundigen. Het gaat niet om een blokkering van de facturatie, maar over een mogelijke recuperatie van de overschreden waarden.

Uw statuut bepaalt uw ‘verantwoordingsdrempel’.

  • Bent u een verpleegkundige of een zorgkundige met het statuut van loontrekkende? Dan mag u per kalenderjaar een maximum van 22.000 W-waarden aan verstrekkingen aanrekenen.
  • Bent u een verpleegkundige of een zorgkundige met het statuut van zelfstandige? Dan mag u per kalenderjaar een maximum van 40.000 W-waarden aan verstrekkingen aanrekenen.
  • Bent u een verpleegkundige of een zorgkundige met het statuut van loontrekkende en zelfstandige? Dan mag u per kalenderjaar een maximum van 40.000 W-waarden aan verstrekkingen aanrekenen.

Onze Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle (DGEC) volgt de correcte uitvoering van deze regeling op vanaf 2020. Als de DGEC u een problematische situatie signaleert, dan hebt u de mogelijkheid om die te verduidelijken en te verantwoorden. Daarmee kan dan eventueel rekening gehouden worden.

Let op:

De berekening van het aantal W-waarden zal ook rekening houden met de verstrekkingen die een zorgkundige of een andere thuisverpleegkundige uitvoert. Het is dus belangrijk dat u bij de facturatie correct vermeldt wie de zorg heeft verleend. 

Als een verpleegkundige of zorgkundige na vaststelling van een overschrijding van de W- waarden duidelijk kan verantwoorden dat er een herverdeling is van de forfaits, dan zullen we hiermee rekening gehouden. In dat geval zal een herberekening volgen.

(K.B. 29.09.2019 – B.S. 11.10.2019)

 

Aanpassingen op 1 juni 2018

Voorbereiding en toediening van medicatie bij chronische psychiatrische patiënten

U mag voortaan de voorbereiding en toediening van medicatie bij chronische psychiatrische patiënten in uw praktijkkamer of in een hersteloord attesteren. Het nomenclatuurcodenummer 425073 wordt toegevoegd.

Technische verpleegkundige verstrekkingen en specifieke technische verpleegkundige verstrekkingen in dringende gevallen

U mag technische verpleegkundige verstrekkingen en specifieke technische verpleegkundige verstrekkingen in dringende gevallen uitvoeren op basis van een mondeling geformuleerd voorschrift dat de arts telefonisch of via webcam meedeelt. De arts bevestigt zo spoedig mogelijk schriftelijk het voorschrift en dit uiterlijk 5 kalenderdagen na het mondeling geformuleerde voorschrift.

Invoering van een cumulatieregel

U mag de plaatsing van een verblijfskatheter of van specifiek materiaal dat de toediening van een geneeskundige oplossing in een inplanteerbare kamer toelaat, niet cumuleren met de verwijdering van een katheter of materiaal tijdens eenzelfde verzorgingszitting. Behalve als de 2 verstrekkingen op 2 verschillende injectieplaatsen worden verricht en die 2 plaatsen in het verpleegdossier worden
vermeld.

Precisering van het begrip "raadplegingsdienst van het ziekenhuis"

Het begrip "raadplegingsdienst van het ziekenhuis" wordt vervangen door de woorden "een praktijkkamer van verpleegkundige(n) in een ziekenhuis en een praktijkkamer van verpleegkundige(n) in een polikliniek buiten een ziekenhuiscampus bij arts-specialist(en)".

(K.B. 25.03.2018 – B.S. 11.04.2018)

Aanpassingen van de aanvragen en kennisgevingen van forfaitaire honoraria en toiletten op 1 oktober 2017

Sinds 1 oktober 2017 is er een nieuwe elektronische procedure voor het evaluatieformulier.

Aanpassingen vanaf 1 juli 2017

Het betreft hier verduidelijkingen en preciseringen van artikel 8 waarvan de meeste al worden toegepast op het terrein.

  • De beoefenaar van de verpleegkunde (bijvoorbeeld een verpleegassistent) die de eerste verstrekking van de verzorgingsdag verleent in het kader van de forfaitaire honoraria voor palliatieve patiënten moet niet noodzakelijk de verpleegkundige zijn die het forfait attesteert. Alleen de gegradueerde verpleegkundige, vroedvrouw of verpleegkundige met brevet die gedurende die verzorgingsdag effectief zelf zorg heeft verleend, kan het palliatief forfait attesteren.
     
  • Wanneer uw patiënt op dezelfde dag in een ziekenhuis opgenomen is en thuis verzorgd wordt, moet u als verpleegkundige de pseudocode 426613 vermelden bij de facturatie.
     
  • U kunt bij de facturatie geen enkele specifieke technische verpleegkundige verstrekking cumuleren met geen enkel type wondzorg ter hoogte van de insteekplaats van katheter, sonde of perfusie.
     
  • De maximale tijd van de kennisgeving voor de specifieke technische verpleegkundige “Forfaitair honorarium” per verzorgingsdag voor patiënten die verzorging met één of meerdere van de volgende specifieke technische verpleegkundige verstrekkingen vereisen:
    • plaatsen van en/of toezicht op (intraveneuze of subcutane) perfusie;
    • toediening van en/of toezicht op  parenterale voeding;”
      bedraagt 12 maanden. De kennisgevingsprocedure wordt nu duidelijk omschreven in paragraaf 7, 6° van artikel 8 van de nomenclatuur van geneeskundige verstrekkingen.
       
  • U mag de verstrekkingen 425913 (hygiënische verzorging), 426075 (forfait A), 426090 (forfait B), 426112 (forfait C) en 428072 (vergoeding voor de herhaaldelijke noodzakelijke verstrekkingen bij zeer afhankelijke patiënten) niet meer aanrekenen wanneer zij verleend worden in de praktijkkamer van de beoefenaar van de verpleegkunde en dit al vanaf 1 april 2016 volgens de bepaling in de nationale overeenkomst verpleegkundigen-verzekeringsinstellingen die nu is opgenomen in artikel 8 van de nomenclatuur van geneeskundige verstrekkingen.
     
  • U moet bij “de verstrekkingen verleend, hetzij in de praktijkkamer van de beoefenaar van de verpleegkunde, hetzij in een hersteloord” een pseudocode vermelden die toelaat de juiste plaats van verstrekking te identificeren:
    • Over welk type van praktijkkamer van de beoefenaar van de verpleegkunde het gaat
    • Ofwel of het gaat om een hersteloord waar de zorg wordt verleend
       
  • De lijst van plaatsen en hun pseudocodes is opgenomen in bijlage 87 van de Verordening van 28 juli 2003. Deze verplichting is van toepassing sinds 1 april 2016 via een bepaling in de nationale overeenkomst verpleegkundigen-verzekeringsinstellingen die nu is opgenomen in een nieuwe §10bis in artikel 8 van de nomenclatuur van geneeskundige verstrekkingen.
     
  • De interpretatieregel waardoor het niet mogelijk is bepaalde verstrekkingen van artikel 8 van de nomenclatuur in ziekenhuizen aan te rekenen, wordt nu opgenomen in dit artikel 8 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen.
     
  • Aan de titel van § 5ter van artikel 8 wordt de verstrekking toegevoegd die verleend wordt in de woon- of verblijfplaats van de rechthebbende tijdens het weekend of op een feestdag.

 

Contacten

Regelgeving inzake verpleegkundigen

​Indien u vragen hebt over de inhoud van de overeenkomst of van de nomenclatuur kunt u onze medewerkers contacteren op het volgende mailadres : nursenom@riziv-inami.fgov.be