print

Een aanvullende crisisuitkering voor sommige arbeidsongeschikte zelfstandigen tijdens de COVID-19-periode

In de context van de COVID-19-pandemie kunnen sommige arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen een aanvullende crisisuitkering ontvangen.
 
Die tijdelijke maatregel vloeit voort uit de bijzondere maatregel van het crisisoverbruggingsrecht die in het sociaal statuut van de zelfstandigen is genomen wegens de COVID-19-crisis. Door de aanvullende crisisuitkering komt het totale dagbedrag van het vervangingsinkomen wegens arbeidsongeschiktheid op 49,68 EUR (tot en met 30 juni 2021), 50,67 EUR (vanaf 1 juli 2021 tot en met 31 augustus 2021) en 51,69 EUR (vanaf 1 september 2021). Dat is gelijk aan het maandbedrag van de uitkering in het kader van het crisisoverbruggingsrecht voor een zelfstandige zonder gezinslast, gedeeld door 26 werkdagen.

Op deze pagina:


Hebt u recht op de aanvullende crisisuitkering?

U ontvangt een aanvullende crisisuitkering als u zich in 1 van de volgende 2 situaties bevindt.

Situatie 1: Uw primaire ongeschiktheid  is ten vroegste op 1 maart 2020 begonnen en …

  • u bent sindsdien (niet voorheen dus) minstens 8 kalenderdagen arbeidsongeschikt erkend
  • u was bij de start van uw arbeidsongeschiktheid een zelfstandige in hoofdberoep (of gelijkgesteld, zoals een zelfstandige in bijberoep die sociale bijdragen verschuldigd is die minstens gelijk zijn aan de minimumbijdrage van de zelfstandigen in hoofdberoep) of een meewerkende echtgenoot
  • u bent een samenwonende gerechtigde.

Let op: in deze 1e situatie ontvangt u de aanvullende crisisuitkering niet langer na het 1e jaar van uw arbeidsongeschiktheid (de periode van invaliditeit).

Situatie 2: U hebt de toegelaten activiteit tijdens uw arbeidsongeschiktheid ten vroegste op 1 maart 2020 stopgezet en …

  • u hebt die toegelaten activiteit sindsdien (niet voorheen dus) gedurende minstens 7 opeenvolgende kalenderdagen stopgezet (toekenning van de aanvullende crisisuitkering voor deze dagen van stopzetting van de toegelaten activiteit)
  • u bent een samenwonende gerechtigde.

Let op: in deze 2de situatie is het niet noodzakelijk dat uw arbeidsongeschiktheid ten vroegste op 1 maart 2020 is begonnen.

Voorbeeld: een zelfstandige (samenwonende gerechtigde) is sinds 1 december 2018 arbeidsongeschikt erkend. Hij moet zijn toegelaten activiteit vanaf 18 maart 2020 tot en met 7 juni 2020 stopzetten. Vermits de stopzetting minstens 7 opeenvolgende kalenderdagen duurt en deze stopzetting is begonnen na 29 februari 2020, kan hij aanspraak maken op de aanvullende crisisuitkering voor deze periode van stopzetting.

Hoeveel bedraagt de aanvullende crisisuitkering?

Dit zijn de dagbedragen van de aanvullende crisisuitkering:

voor de periode vanaf 1 maart 2020 tot en met 30 juni 2021:

voor de periode vanaf 1 juli 2021 tot en met 31 augustus 2021:

voor de periode vanaf 1 september 2021:

Dankzij de aanvullende crisisuitkering bedraagt het totale dagbedrag van het vervangingsinkomen wegens arbeidsongeschiktheid 49,68 EUR (tot en met 30 juni 2021), 50,67 EUR (vanaf 1 juli 2021 tot en met 31 augustus 2021) en 51,69 EUR (vanaf 1 september 2021). Dat is gelijk aan het maandbedrag van de uitkering toegekend in het kader van het crisisoverbruggingsrecht voor een zelfstandige zonder gezinslast, gedeeld door 26 werkdagen. 

Let op: bedrijfsvoorheffing!

Uw ziekenfonds zal nog een voorheffing (11,11 %) inhouden op het dagbedrag van uw aanvullende crisisuitkering die tijdens de primaire ongeschiktheid is verschuldigd.

Wanneer is de aanvullende crisisuitkering van toepassing?

U hebt recht op de aanvullende crisisuitkering voor de periode van uw arbeidsongeschiktheid die loopt vanaf 1 maart 2020 tot en met 30 september 2021.

Wanneer zal u de aanvullende crisisuitkering ontvangen?

Uw ziekenfonds zal u de aanvullende crisisuitkeringen samen met uw arbeidsongeschiktheidsuitkeringen betalen.

Vragen?