print

Voornaamste activiteiten van de Dienst voor uitkeringen in 2016

Met enkele markante cijfers tonen we aan hoe onze Dienst voor uitkeringen (DU) inspeelt op de stijging van het aantal arbeidsongeschikten. We geven ook aan hoe het Kenniscentrum voor arbeidsongeschiktheid, dat deel uitmaakt van onze DU, mee inzet op het ontwikkelen van initiatieven voor re-integratie.

focus image
Met enkele markante cijfers tonen we aan hoe onze Dienst voor uitkeringen inspeelt op de stijging van het aantal arbeidsongeschikten. We geven ook aan hoe het Kenniscentrum voor arbeidsongeschiktheid, dat deel uitmaakt van de dienst, mee inzet op het ontwikkelen van initiatieven voor re-integratie.
 

​De stijging van het aantal arbeidsongeschikten en ons antwoord daarop

390.765 langdurig arbeidsongeschikten in 2016

Het aantal langdurig arbeidsongeschikten is de laatste jaren sterk gestegen. Eind 2016 waren er 390.765 invaliden (= personen die langer dan 1 jaar arbeidsongeschikt zijn). In 2015 waren dat er nog maar 370.408.
Verschillende factoren verklaren die stijging

De Dienst voor uitkeringen wil die mensen maximaal opnieuw naar de arbeidsmarkt begeleiden. Dat kan gebeuren via een socioprofessioneel re-integratietraject  of deeltijdse werkhervatting. In beide gevallen ligt de focus op wat de arbeidsongeschikte persoon wel nog kan en niet op de verloren gegane vaardigheden.

5.413 socioprofessionele re-integratietrajecten in 2016

In 2016 hebben 5.413 arbeidsongeschikte personen een socioprofessioneel re-integratietraject opgestart. In 2015 waren dat er nog maar 3.349.
We hebben ook verschillende samenwerkingsovereenkomsten gesloten met de verzekeringsinstellingen en de diensten voor arbeidsbemiddeling:

  • met de VDAB op 1 oktober 2012 (met een vernieuwing in 2016)
  • met Actiris op 5 november 2013
  • met Forem en Awiph op 15 januari 2013.

Dankzij die samenwerkingsovereenkomsten krijgen arbeidsongeschikte personen de mogelijkheid om hun voorheen verworven vaardigheden op te frissen of volledig nieuwe vaardigheden aan te leren.

  • In het eerste geval spreken we van rehabilitatie. Bv: Een boekhouder wordt na 20 jaar ziek, voor een periode van 2 jaar. Na die 2 jaar is hij medisch in staat om zijn werk te hervatten. Omdat de wetgeving in de 2 jaar van zijn ziekte is gewijzigd, kan hij een korte cursus volgen om zijn kennis te actualiseren.
  • Leert de betrokken persoon nieuwe vaardigheden aan, dan spreken we van heroriëntatie. Bv: Iemand werkt in de bouwsector. Na een periode van ziekte is die persoon fysiek niet meer in staat om zijn oude beroep te hervatten. In overleg met de adviserend arts volgt hij een opleiding informatica en kan hij aan de slag als programmeur bij een softwarebedrijf.

45.394 arbeidsongeschikte personen deeltijds weer aan het werk

Begin 2016 telden we 45.394 arbeidsongeschikte personen die deeltijds het werk hadden hervat. 40.724 daarvan waren werknemers, 4.670 zelfstandigen. De deeltijdse werkhervatting zit duidelijk in de lift.  Vorige jaren waren dat er nog maar 39.787 (35.989 werknemers en 3.798 zelfstandigen)
Bij elke deeltijdse werkhervatting gaat de adviserend arts van het ziekenfonds na of de activiteit (zowel de aard als het volume) verenigbaar is met de medische situatie van de arbeidsongeschikte persoon.
In vele gevallen leidt een combinatie van arbeidsongeschiktheid en een activiteit op maat tot een volledige werkhervatting: 47,44 % bij de werknemers en 33,16 % bij de zelfstandigen.
De praktijk toont aan dat hoe vroeger iemand het werk hervat, hoe sneller hij weer aan de slag kan zoals vroeger. Een deeltijdse activiteit hervatten tijdens de eerste 6 maanden van de ziekte geeft de hoogste kans op een geslaagde terugkeer naar de arbeidsmarkt.

Enkele cijfers en feiten over het Kenniscentrum voor arbeidsongeschiktheid

Het kenniscentrum voor arbeidsongeschiktheid:

  • verzamelt kennis over arbeidsongeschiktheid en maakt die toegankelijk
  • ondersteunt het beleid
  • versterkt het netwerk tussen alle spelers in het domein van de arbeidsongeschiktheid.

Enkele cijfers: 2016 is het jaar waarin er …

  • 10 studies opgestart zijn
  • 14 studies liepen op 31 december
  • 8 studies in de voorbereidende fase waren om in 2017 of ten laatste het 1e trimester van 2018 opgestart te worden
  • 3 bijeenkomsten van het Begeleidingscomité van het Kenniscentrum georganiseerd zijn. Tijdens die bijeenkomsten hebben onderzoekers hun lopende projecten voorgesteld en hun tussentijdse resultaten gedeeld met de stakeholders (vertegenwoordigers van werknemers, werkgevers, verzekeringsinstellingen, enz.)
  • voor de 1e keer een colloquium is georganiseerd dat op enkele dagen volzet was. In een overvolle Pacheco-zaal (250 aanwezigen), hebben 7 onderzoekers hun afgerond of lopend onderzoek voorgesteld. Raadpleeg de presentaties van het colloquium.

Enkele feiten: 2016 is het jaar waarin er …

  • een grote studie is opgestart met betrekking tot het ‘individual placement and support (IPS)’-model. Meer informatie over dat model vindt u in een presentatie van de studiedag die plaatsvond in december 2016, met betrekking tot socioprofessionele re-integratie. De IPS-methodologie heeft in het buitenland bewezen effectief te zijn in de re-integratie van mensen met psychische stoornissen. Eén van de belangrijkste principes is dat mensen vrij snel geplaatst worden in een job en op de werkvloer verdere training krijgen. In België gebeurt het meestal omgekeerd. Met de studie willen we onderzoeken of we dezelfde goede resultaten zien in België en of we ook die resultaten aanhouden op lange termijn, m.a.w. is er sprake van duurzame werkhervatting?
  • een vragenlijst ontwikkeld werd (in opdracht van de Beleidscel en het Kenniscentrum) om de adviserend arts te ondersteunen bij de uitvoering van het nieuwe koninklijk besluit over re-integratie. Een pilootproject zal die vragenlijst midden 2017 lanceren. De ontwikkeling van de vragenlijst is gebaseerd op de resultaten van één van de eerste studies van het Kenniscentrum.
  • in Vlaanderen de TRIO-projecten gelanceerd zijn. Dat initiatief  bestond al in de rest van België, die hiervoor als voorbeeld diende. TRIO verwijst naar de lokale samenkomsten van huisartsen, bedrijfsartsen en adviserend artsen.
  • een aantal studies zijn opgestart, in samenwerking met enkele pijncentra, die expliciet onderzoek zullen doen naar de re-integratie van mensen met (chronische) pijn. Dat gebeurde vanuit de eerder gedane vaststelling dat musculoskeletale aandoeningen tot de belangrijkste oorzaken behoren van (langdurige) arbeidsongeschiktheid. De perceptie van pijn, al dan niet van chronische aard,  is daarbij een belangrijke voorspellende factor voor een herintrede op de arbeidsmarkt. Binnen elk van die pijncentra hebben de studies een andere rode draad die tot gemeenschappelijke aanbevelingen moet leiden voor re-integratie.
  • een studie is opgestart naar de meerwaarde van ‘disability management’ binnen het revalidatieteam. Een mooie kans voor de dienst om te zien wat in een dergelijke context de effectiviteit is van dat concept, waarop we inzetten via onze opleidingen in ‘disability management’.

Deze selectie is uiteraard slechts een greep uit de vele activiteiten van het Kenniscentrum in 2016.