print

Systeem van de referentiebedragen FAQ-Methode 2006

Op deze pagina:


1. Waarom een methodologie in 2 stappen, eerst gebaseerd op het referentiebedrag en vervolgens op de mediaan?


De methodologie baseert zich:
  • stap 1: op het referentiebedrag (gemiddelde +10 %)
  • stap 2: op de mediaan.

Deze methodologie werd eind 2005 ingevoerd en is van toepassing op de verblijven vanaf 2006.

Deze hervorming stoelde hoofdzakelijk op de studie van het KCE 'Evaluatie van de referentiebedragen', die wees op de zwakke punten van het systeem dat eind 2002 werd ingevoerd. De bedoeling van die hervorming was om de afwijkende praktijken beter te lokaliseren (minder geselecteerde ziekenhuizen), maar ook om zwaardere sancties op te leggen (hogere bedragen om terug te betalen).

Het gebruik van de mediaan laat toe om die 2e doelstelling te bereiken. De mediaanuitgave ligt over het algemeen lager dan de gemiddelde uitgave, waardoor de vastgestelde overschrijding van de reële uitgaven groter is.

2. Moet het totaal van de verschillen bij de selectie van de ziekenhuizen (stap 1) boven een bepaald bedrag liggen opdat het ziekenhuis wordt geselecteerd?

Neen. Als de som van de positieve en negatieve verschillen strikt groter is dan 0, dan is het ziekenhuis geselecteerd voor de 2e stap.

3. Hoe moet u de drempel van 1000 EUR interpreteren bij de berekening van de terug te betalen bedragen (stap 2)?

Als de som van de positieve verschillen groter is dan of gelijk aan 1000 EUR, dan moet het ziekenhuis het totaal van de positieve verschillen terugbetalen.

Als het totaal van de positieve verschillen daarentegen strikt lager is dan 1000 EUR, dan moet het ziekenhuis niets terugbetalen.

Contacten

Referentiebedragen

E-mail: referentiebedragen@riziv-inami.fgov.be

​Op dit mailadres van de Directie research, development & quality (RDQ) kan u terecht voor bijkomende informatie of oudere bestanden