print

Financiering van de personeelskosten in ROB, RVT en CDV

De berekening van het forfait voor de verzorging van de bewoners houdt rekening met de kwalificaties en de anciënniteit van het zorgpersoneel. Daarnaast komen we als RIZIV ook tussen in de financiering van andere personeelskosten: loonharmonisering (Derde luik), kosten eindeloopbaan, de premies bijzondere beroepstitel geriatrische verpleegkundige en bijzondere beroepsbekwaamheden geriatrisch verpleegkundige en verpleegkundige palliatieve zorg, en het functiecomplement hoofdverpleegkundige.

Op deze pagina:

Financiering van de loonkost in het forfait

Zowel de ROB-RVT als de CDV ontvangen in hun forfait een financiering voor de loonkost van het zorgpersoneel. Elke instelling moet immers voldoen aan een aantal verplichte personeelsnormen die uitgerekend worden in functie van de zorgbehoevendheid van de bewoners. Deze RIZIV-financieringsnormen zijn reglementair bepaald in het financieringsbesluit van de rustoorden en het financieringsbesluit van de centra.

We financieren de loonkost op basis van de invulling van deze  financieringsnormen en de gemiddelde baremieke anciënniteit per personeelskwalificatie.

We financieren bovendien optionele loonkostvergoedingen in de ROB-RVT indien ze meer zorgpersoneel in huis hebben dan de financieringsnormen opleggen.

Registratie van de verpleegkundigen en de zorgkundigen

Om de financiering van hun loonkost te verkrijgen, moeten de verpleegkundigen in het rustoord (ROB, RVT, CDV) bij ons geregistreerd zijn. De procedure voor de registratie van de verpleegkundigen en het registratieformulier kan u hier vinden.

Ook de zorgkundigen moeten geregistreerd zijn, maar dit gebeurt door de Gemeenschappen:

  • Tenslotte vindt u hier de lijst met activiteiten terug die de zorgkundige onder toezicht van de verpleegkundige en binnen een gestructureerde equipe kan verrichten.


Financiering van de loonharmonisering in de tegemoetkoming derde luik

Via een apart financieringskanaal (de tegemoetkoming “derde luik”) financieren we de meerkost van de sociale akkoorden die de rustoorden (ROB,RVT,CDV) dragen voor:

  • het loontrekkend zorgpersoneel bovenop de financieringsnormen
  • het loontrekkend administratief, technisch en werkliedenpersoneel

Voor het loontrekkend zorgpersoneel binnen de financieringsnormen gebeurt deze financiering reeds in het forfait (het eerste en tweede luik). Het “derde luik” is het enige luik dat nog in zijn afzonderlijke benaming bestaat en dat geregeld wordt in het koninklijk besluit derde luik.

In tegenstelling tot het forfait, dat de rustoorden aan de ziekenfonden factureren, wordt de tegemoetkoming derde luik door het RIZIV rechtstreeks aan de rustoorden uitbetaald onder de vorm van een systeem van voorschotten en een eindafrekening.

Financiering van de eindeloopbaanmaatregelen

De loopbaanduur van het verplegend en verzorgend personeel in de gezondheidssector is soms (erg) kort. Om deze uitstroom van zorgpersoneel te beperken, zijn de eindeloopbaanmaatregelen ingevoerd:

  • arbeidsduurvermindering (ADV), met loonbehoud,  vanaf een bepaalde leeftijd om de zwaarte van de job te verlichten
  • evenveel uren blijven werken vanaf een bepaalde leeftijd, maar met een premie om het blijven werken financieel aantrekkelijker te maken

Er zijn 3 leeftijdsprongen met daaraan gekoppeld 3 niveaus van ADV of premie:

  • vanaf 45 jaar: 96 uren ADV per jaar of een premie gelijk aan 5,26% van het loon
  • vanaf 50 jaar: 192 uren ADV per jaar of een premie gelijk aan 10,52% van het loon
  • vanaf 55 jaar: 288 uren ADV per jaar of een premie van 15,78% van het loon

Welke personeelsleden van het rustoord (ROB, RVT, CDV) recht hebben op ADV of een premie, en onder welke voorwaarden, is reglementair bepaald in het koninklijke besluit eindeloopbaan. We komen tussen in de loonkost van de vervangers die aangeworven worden om de personeelsleden met ADV te compenseren, of in de kostprijs van de premie.

Net zoals de tegemoetkoming derde luik, financieren we de tegemoetkoming eindeloopbaan rechtstreeks aan de rustoorden onder de vorm van een systeem van voorschotten en een eindafrekening.

U vindt een overzicht van veelgestelde vragen en antwoorden over de eindeloopbaanmaatregelen in een FAQ-lijst.

Financiering van de premies voor de bijzondere beroepstitel/ bekwaamheden

De verpleegkundigen in het rustoord (ROB, RVT) met een bijzondere beroepstitel van geriatrisch verpleegkundige of een bijzondere beroepsbekwaamheid van geriatrische verpleegkundige of verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de palliatieve zorg, hebben recht op een jaarlijkse bijkomende premie. Zij vragen hun erkenning voor deze bijzondere beroepstitel of –bekwaamheid aan bij de Gemeenschappen:

De bedragen die het rustoord jaarlijks in september uitbetaald aan de betrokkenen zijn:

  • 3.341,50 euro per VTE verpleegkundige met een beroepstitel van geriatrisch verpleegkundige
  • 1.113,80 euro per VTE verpleegkundige met een beroepsbekwaamheid van geriatrisch verpleegkundige of van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de palliatieve zorg.

Het uit te betalen bedrag is afhankelijk van de werktijd van de verpleegkundige en het aantal dagen of uren dat hij/zij tussen 1 september van het vorige jaar en 31 augustus van het lopende jaar heeft gewerkt. Er wordt ook rekening gehouden met de datum vanaf wanneer de beroepstitel of beroepsbekwaamheid van toepassing is en met de geldende index (deze bedragen zijn immers gekoppeld aan de spilindex 110,51 in de basis 2004 = 100). Het rustoord wordt ook geacht om op deze brutobedragen werkgeversbijdragen te betalen.

Wij vergoeden deze premies aan de rustoorden (zowel het brutobedrag als de werkgeversbijdrage), die op hun beurt het nettobedrag uitbetalen aan de betrokken verpleegkundigen. Hiervoor verstrekken de rustoorden een aantal gegevens. Na onderzoek van de vereiste documenten, storten we de financiering. De financieringsvoorwaarden zijn terug te vinden in artikel 2, §6 van de nationale overeenkomst.

Let op: We financieren slechts één van deze premies. Met andere woorden, de financiering van één van deze premies kan voor dezelfde persoon niet worden gecombineerd met de financiering van een premie voor een andere titel en/of bekwaamheid, in dezelfde deskundigheid of in een andere deskundigheid.

Financiering van het functiecomplement voor de hoofdverpleegkundigen

Een rust- en verzorgingstehuis (RVT) moet volgens de erkenningsnormen van de Gemeenschappen/Gewesten beschikken over een hoofdverpleegkundige per 30 bewoners. Het forfait voorziet een tussenkomst voor het functiecomplement voor deze hoofdverpleegkundigen: het onderdeel E1 van het forfait.

Daarnaast voorziet het forfait ook een tussenkomst voor een extra functiecomplement voor de hoofdverpleegkundigen in RVT en hun collega’s in ROB, de verpleegkundige coördinatoren: het onderdeel E2 van het forfait. Ook de hoofdparamedici hebben recht op dat extra functiecomplement. De toekenning van dat extra functiecomplement is gekoppeld aan een basisopleiding en een permanente vorming.

U vindt een overzicht van veelgestelde vragen en antwoorden over de financiering van het extra functiecomplement voor de hoofdverpleegkundige, verpleegkundig coördinator en hoofdparamedicus in een FAQ-lijst.